Het is algemeen geweten dat veel bewegen zorgt voor een goede conditie, dat het “fit” zijn een positieve invloed heeft op de gezondheid. Én dat gezondheid, het welzijn en de kwaliteit van leven verbetert. Dit is ook zo bij mensen met een beperking. Maar hoe weten we of iemand met een beperking genoeg beweegt?
Door beperkingen in motoriek en/of verstandelijke mogelijkheden is het moeilijk de fitheid/conditie te meten. Toch is het dankzij aangepaste testprotocols mogelijk om een degelijke fitheidstest-en score te bekomen.
Gebruikte tests
In Cirkant gebruiken de kinesisten hiervoor testen die afgeleid zijn uit de welgekende Coopertest. Deze test is een looptest waarbij de testpersoon gedurende 12 minuten een zo groot mogelijke afstand loopt. Aan de hand van de leeftijd en de gelopen afstand, kan men, met behulp van tabellen, de conditie of fitheid aflezen. De kinesisten in Cirkant werken met ofwel de 6 minuten wandeltest of de 2 minuten wandeltest. Ze motiveren de bewoner om respectievelijk in 6 of 2 minuten zover mogelijk te stappen, al dan niet met hulp. Afhankelijk van de aard en de ernst van de beperking wordt voor één van beide tests gekozen. Het testparcours is uitgestippeld in het bosje en start aan de “Weldoenersdreef”.
Resultaten
Bij de test wordt ook de hartslag gemeten, het verschil tussen de hartslag voor en na de test en na één minuut geeft ook een beeld over het herstel en de conditie. De kinesisten houden de resultaten van de tests zorgvuldig bij in het dossier en bespreken dit op een multidisciplinair team en/of bewonersbespreking. Door deze test jaarlijks te herhalen, krijgen ze een opeenvolging van resultaten waarbij ze de evolutie van de conditie kunnen zien. Kleine verschillen in resultaat kunnen aan motivatie liggen maar bij grote verschillen wordt naar een verklaring gezocht: bv. veroudering, een algemene achteruitgang, een orthopedisch probleem … of een te klein aanbod van lichamelijke activiteit. Bij dit laatste kan men dan opteren om in te zetten op meer bewegen! De resultaten van de testen worden ook gebruikt voor het samenstellen van de verschillende sportgroepjes zodat bewoners van een groepje hetzelfde tempo hebben.
Wat hebben we geleerd?
Om de fitheid bij volwassenen met een beperking op peil te houden, is het belangrijk dat ze voldoende beweging hebben. Dit is niet alleen goed voor hun motorische mogelijkheden, maar het stimuleert ook de hart en bloedvaten, de spijsvertering en het is goed tegen botontkalking, spier-en gewrichtsstijfheid en dementie! Kortom bewegen is goed voor de gezondheid en het welzijn!